Zaterdag 18 juli 1981 18e Slag van Ambacht voor Amateurs – Liefhebbers en Junioren

EEN BRABANTS LESJE

Onbarmhartig wezen Brabantse wieleramateurs de regio-vedetten op hun tekortkomingen, in de zaterdag gehouden wielerronde van Hendrik Ido Ambacht.

De regio-renners die zich over het algemeen in het landelijke beeld best kunnen meten met de concurrentie, kwamen er in de finale na honderd slopende kilometers, gewoon niet meer aan te pas.
De harde wind op twee rechte stukken in het loodzware parkoers, toen de slag los barstte, alle krachten gesloopt. Krijn Sint Nicolaas, toch niet de eerste de beste, stapte mismoedig van zijn rijwiel. Fred Brand miste de ontsnapping van een kopgroep van tien man. De plaatselijke favoriet Paul Gelens, vorige week in topvorm, kon zijn legioen niet in extase brengen.
Ten onder
Leen en Kees den Hartog, respectievelijk uit Oud-Beijerlend en H.I.Ambacht voelden al even zwaar het gewicht van 100 kilometers in de pijnlijke benen. Arie Overbeke ging ten onder op het moment dat hij een slingerend wiel moest wisselen en zoveel kracht moest gebruiken om weer aan te haken, dat hij op het beslissende moment zijn reserves al te veel had aangesproken.
Kortom, de mannen met enige naam uit de regio werden in het pak gestoken door een aantal zuinig rijdende renners, die het klappen van de zweep onder moeilijke omstandigheden net iets beter verstonden. Wie uit het vorenstaande de conclusie mocht trekken dat de ronde van Ambacht een mislukte ronde is geworden, slaat de plank volledig mis. Zoals verwacht werd het een spektakelstuk van de eerste orde, waarin vanaf de eerste minuut volop strijd werd geleverd. Het begon voor de vele toeschouwers uit de directe omgeving allemaal zelfs bijzonder aantrekkelijk.
Niet bedwingen
Bas van Lamoen, een kleine pezige coureur uit Rosmalen kon zijn strijdlust al in de eerste ronde niet bedwingen en koos het hazepad. In zijn spoor sleepte hij Krijn Sint Nicolaas en Jan van Wijk, twee toppers uit de Bik formatie, mee op avontuur. Vele ronden lang snelde dit drietal voor de hoofdmacht uit. Tot maximaal 29 seconden reikte hun voorsprong. Hoe Lamoen en Sint Nicolaas het tempo ook opschroefden, geheel uit het zicht van het peloton kwam het drietal niet. De klasse van de drie renners had de doorslag kunnen geven, ware het niet dat met name in de BIK formatie de rivaliteit te groot was om aan het welslagen van de vlucht te mogen denken.
In het begin, toen de voorsprong wel gestadig kon worden opgeschroefd, grendelde de geroutineerde Arie Versluis de deur voor het peloton uitstekend dicht, maar alleen kon hij dat onmenselijke werk nooit volhouden. Steeds opnieuw zag hij renners uit zijn eigen ploeg demarreren, waarop hij zijn pogingen voor Sint Nicolaas en van Wijk maar opgaf. Mislukken
Het betekende tevens het mislukken van een coup, welke met name voor Krijn Sint Nicolaas het einde betekende.”ik had al zo vaak de boot gemist bij de eerste schermutselingen”verzuchtte hij. Daar om ging ik met Lamoen mee. al begon ik aan de race met een ontstellende pijn in mijn rug. Daarbij leefde ik in de veronderstelling dat onze vlucht hooguit één of twee ronden zou duren. Ik kwam bedrogen uit. Dat had tot gevolg dat ik meer kracht verbruikte dan aanvankelijk in de bedoeling lag. Een slopend parkoers was het, met steeds weer de harde wind tegenop de rechte stukken. Het ergste van alles was dat ik pijn in mijn benen kreeg. Normaal gebruik ik de eerste kilometers om lekker warm te draaien, wat er door de vlucht niet meer inzat. Het was gelijk voluit en dat kon ik nou net niet hebben.
Falend
Krijn Sint  Nicolaas had al zijn zinnen gezet op een triomf in Ambacht en na zijn voortreffelijke tweede plaats in Ulvenhout kon worden verwacht dat hij in Ambacht hoge ogen zou gooien. De falende eendracht binnen zijn eigen ploeg en het zwaar slopende parkoers maakten een einde aan die illusie. Sint Nicolaas: “Als we een minuut hadden kunnen nemen, dan was er een kans geweest dat we een ronde hadden genomen. Lukt dat, dan kom je in de grote groep weer op krachten en krijg je een kick al zit je nog zo kapot. Nu brak er iets bij me en kon ik de kracht niet meer opbrengen om door te gaan”. Bas van Lamoen streek pas veel later de vlag, maar ook hij kreeg te maken met de man met de hamer en was uitgeteld. Nadat het drietal door de grote groep tot de orde was geroepen en Jan de Groot een in tweeën gespleten peloton weer aaneen had gesmeed, begon het spel opnieuw.
Slag gevallen
De kleine Jantje Klomp, hunkerend naar daden na zijn zege in Oud-De Briel waar hij de bloemen voor zich had opgeëist. demarreerde . Twaalf al even op de winst beluste renners sprongen in zijn wiel, waarmee zoals later zou blijken de slag was gevallen.
Jan de Groot en Arie Versluis hebben nog een keer getracht het gat te dichten, maar het tempo vooraan lag te hoog, ook voor Gerrie Sint Nicolaas en Fred Brand, die overigens  in de slotfase nog flink te keer zou tegenspartelen.
Jan de Groot later. “Het had er misschien alle schijn van dat ik goed reed, maar dat was beslist niet zo, Het steeds weer aanzetten in de vele bochten, de wind, het zat allemaal wat tegen. Ik reed soepel maar ik moest wel zo zuinig mogelijk rijden. Steeds weer uit de wind, om het tempo te kunnen bijbenen. Nee voor mij zat er niet meer in”. Ron Borst, Piet Kuys, Jan Klomp, Johan Kuyken, Van Wijk, Lamoen en de anderen snelden in middels in hoog tempo voort. Uit deze groep moest de winnaar komen.
Geen Lengte
Jantje Klomp, in de eindsprint kansloos, demarreerde twee keer, maar de echte sprinters gaven hem niet die lengte die hij echt nodig had om weg te komen. Piet Kuys had de beste kansen, maar wat betekenen voorspellingen als honderd kilometer de spieren hebben verlampt, de krachten hebben gesloopt en anderen net iets meer aan reserves hebben overgehouden. Niets Fred Brand en Piet Versteeg hadden nog reserves en sloegen op de vlucht uit het peloton, bij de dertien vooraan komen was er echter niet meer bij. Nadat Piet Kuys in de laatste driehonderd meter door van zijn lijn af te wijken de poort voor Ron Borst nog had willen sluiten, was het toch de lange man uit Haarlem die er voor de rest dodelijke sprint uitperste, waarmee Borst het Brabantse geweld toch wist te temmen. Piet Kuys en Johan Kuyken. respectievelijk tweede en derde moesten op de streep buigen voor de man die aan het slot de meeste macht bezat.
Eerste
Voor Fred Brand was er nog de eer dat hij als eerste Mol-renner- en Regio-coureur werd gehuldigd. De nederlaag van de renners uit de streek kon hij daarmee evenwel niet verbloemen. Niettemin sprak hij monter: “Ik heb vakantie en kwam uitgerust aan het vertrek. Doordat een paar spaken in het achterwiel het begaven, miste ik de beslissende slag, De volgende keer hoop ik er wel bij te zijn.”  

 

Ambachter Hans Lap wint bij de Liefhebbers

1981

AMATEURSLIEFHEBBERSJunioren
1Rob Borst1Hans Lap1A. Ottevanger
2Piet Kuys2Gijs Stiegelis2Jeroen Vermunt
3Johan Kuiken3Gerrit Plieger3Tanke Tolhuis
4Jan van Wijk4Piet Legierse4Ron Mackay
5Rene den Boer5P. Nobel5M. Wiese
6Piet de Groot6Piet Barendregt6J. Eggers
7Gerrit Pronk7W. Wielhouwer7F. Kuypers
8G. Versluis8M. Lugtenburg8Ton Schouten
9Bas van Lamoen9R. van Lienden9A. de Kroon
10Jan Klomp10M. Kompeer10M. Hermans
Scroll Up